Melkgebit: verzorgen, wisselen en meer!

De meeste baby’s krijgen hun eerste tandjes tussen de 6 en 9 maanden. De ondertandjes komen vaak als eerste door. Veel ouders merken dat hun baby last heeft als de tandjes doorkomen. In het artikel tanden krijgen lees je meer tips voor de eerste tandjes van je kleine.

Een volledig melkgebit bestaat uit 20 melktanden, waarvan 8 melkkiezen. Het hele melkgebit is meestal compleet wanneer je kindje 2,5 jaar is. Deze tandjes komen in fases door, te beginnen met de onderste snijtandjes rond de leeftijd van 6 maanden. Elk kind ontwikkelt zich in zijn eigen tempo, dus het kan ook iets eerder of later zijn. Het melkgebit blijft tot ongeveer het 6e levensjaar, waarna het wisselen van de melktanden begint en de blijvende tanden doorkomen.

Zodra het 1e tandje doorkomt, is het tijd om te starten met poetsen. Gebruik een tandenborstel met zachte haartjes en kindertandpasta die geschikt is vanaf 0 jaar. Poets 2 keer per dag, bijvoorbeeld ’s ochtends na het ontbijt en ’s avonds voor het slapen.

Peuters en kleuters vinden tandenpoetsen soms lastig of zelfs vervelend. Misschien herken je het wel: tanden poetsen bij een dreumes kan een drama zijn. Toch is het belangrijk om vol te houden. Maak er een spelletje van of poets samen voor de spiegel. Laat je kind ook zelf proberen, maar poets altijd na tot je kind ongeveer 10 jaar oud is.

Vanaf welke leeftijd mag je elektrisch poetsen?

Vraag je je af vanaf welke leeftijd je kind elektrisch mag poetsen? Dat mag vanaf 3 jaar, maar gebruik dan wel een zachte opzetborstel speciaal voor kinderen.

Sommige ouders denken dat melktanden minder belangrijk zijn omdat ze toch uitvallen. Maar het melkgebit is juist de basis voor een gezond volwassen gebit. Een gaatje in het melkgebit kan pijnlijk zijn en invloed hebben op de blijvende tanden. Hou het gebit van je kindje goed dus schoon.

Er wordt meestal geadviseerd om met je kindje naar de tandarts te gaan als ze 2 jaar oud zijn. De meeste melktandjes zijn dan al doorgekomen. Sommige tandartsen adviseren om te komen als je baby 6 maanden is, bij het eerste tandje. Je kan dan als ouder ook advies krijgen over de verzorging van het opkomende melkgebit.

Zodra het eerste tandje doorkomt, begin je met poetsen. Gebruik een tandenborstel met zachte haartjes of een baby- of kindertandenborstel en een kindertandpasta met fluoride. Poets 2 keer per dag, ‘s ochtends en voor het slapen. Laat je kind zelf oefenen, maar poets altijd na tot ze 10 jaar zijn.

Kinderen krijgen vaak gaatjes tussen de tanden. Dit komt doordat melktanden dicht op elkaar staan. Dan kunnen etensresten blijven zitten. Je kan flosdraad gebruiken, maar let op: dit moet voorzichtig gebeuren en is het beste om eerst te laten uitleggen door een tandarts of mondhygiënist. Mondwater is meestal niet nodig bij jonge kinderen. Gebruik het alleen als een tandarts het aanbeveelt.

Hebben eten en drinken invloed op het melkgebit?

Wat je kind eet en drinkt heeft veel invloed op de gezondheid van het gebit. Water en melk zijn de beste drankjes voor elke dag. Vermijd zoete drankjes zoals sapjes en frisdranken. Deze bevatten vaak veel suiker en zijn vaak zuur, wat het tandglazuur aantast. Probeer het aantal eet- en drinkmomenten te beperken tot maximaal 7 per dag, inclusief ontbijt, lunch en avondeten. Zo krijgt het gebit tussendoor de tijd om te herstellen.

Na het eten is het belangrijk om niet meteen te poetsen. Wacht minstens een half uur tot een uur, zodat het glazuur zich kan herstellen. Leer je kind vanaf 1 jaar drinken uit een gewone beker in plaats van een tuitbeker.

Gezonde voeding en een goede mondverzorging zijn belangrijk voor het melkgebit van je kindje. Bij meer vragen over (het verzorgen van) het melkgebit, kan je het beste contact opnemen met je tandarts.

Disclaimer: Deze blog is alleen bedoeld om nuttige informatie te geven aan onze klanten. De informatie in deze blog heeft geen therapeutische of diagnostische waarde en is niet bedoeld als vervanging voor het advies van een arts, specialist of andere professional. Heb je medische vragen? Bespreek die dan met je huisarts.