Acute diarree bij kinderen

Acute diarree is een plotseling optredende verandering van het normale ontlastingspatroon. Er is dan te vaak, te veel en te dunne ontlasting. Meestal is het binnen 4 tot 10 dagen over. Als de diarree langer dan 2 weken duurt, spreken we van chronische diarree. De termen acuut en chronisch zeggen iets over de duur van de diarree en niets over de ernst ervan. Acuut is kortdurend en chronisch langdurend.

Maar hoe ontstaat acute diarree precies? Dat heeft alles te maken met de werking van de darmen. In de darmen wordt het voedsel verteerd. Via de darmwand neemt het lichaam voedingsstoffen en vocht op uit het voedsel. Wat overblijft van het voedsel, verlaat het lichaam als ontlasting. Door een infectie is de darmwand aangetast, waardoor deze niet meer optimaal functioneert. De ontlasting is dan dunner, doordat:

• de ontstoken darmwand minder vocht kan opnemen
• een ontstoken darmwand vocht verliest
• het voedsel sneller dan normaal door de darm heen gaat en er daardoor minder vocht uit het voedsel wordt opgenomen

Verschijnselen die kunnen optreden bij een kind met acute diarree zijn:

• ontlasting die zacht tot waterig is
• meer en vaker ontlasting dan normaal
• buikkrampen, vooral voor het toiletbezoek
• acute diarree kan ook gepaard gaan met misselijkheid en overgeven en/of koorts

Daarnaast is er een verhoogd risico op uitdroging. Een kind met diarree verliest meer vocht dan normaal, vooral als je kind daarbij ook moet braken. Vooral baby's kunnen snel uitdrogen. Je kind veel laten drinken is daarom heel belangrijk. Uitdroging is helaas niet altijd makkelijk te herkennen. Verschijnselen die op uitdroging kunnen duiden zijn:

• duidelijke vermindering van de urineproductie
• opvallende dorst
• (neiging tot) flauwvallen
• sufheid of verwardheid

Er is een grotere kans op uitdroging:

• als de diarree langer duurt dan 2 dagen
• bij aanhoudend overgeven
• bij aanhoudende koorts
• bij kinderen jonger dan 2 jaar
• als een kind een andere ziekte heeft, zoals suikerziekte

Acute diarree wordt meestal veroorzaakt door een virusinfectie van de darmen. Deze infectie is meestal het gevolg van besmetting met een ziekteverwekker (bacterie, virus of parasieten). Deze ziekteverwekkers komen het lichaam binnen via:

• bedorven voedsel: hierbij gaat het vaak om vlees, vis of schaal- en schelpdieren die niet goed of te lang zijn bewaard of niet goed zijn bereid
• besmet water
• contact met ontlasting of speeksel van iemand die diarree heeft

Neem in ieder geval contact op met de huisarts als:

• je kind voortdurend last van buikpijn heeft, in plaats van buikkrampen
• je kind jonger is dan 2 jaar en langer dan een dag diarree heeft
• je kind ouder is dan 2 jaar en langer dan 3 dagen diarree heeft
• je kind ouder is dan 2 jaar, langer dan 3 dagen diarree heeft en koorts heeft
• je kind diarree heeft en daarbij blijft braken, iedere keer als het iets drinkt. Er is dan een verhoogde kans op uitdroging
• je kind slijm of bloed bij de ontlasting heeft
• je kind suf of verward is (dit kan wijzen op uitdroging)
• je kind 24 uur niet geplast heeft. Dit kan wijzen op uitdroging
• je kind medicijnen gebruikt
• je kind suikerziekte heeft
• je kind diarree heeft en een kinderdagverblijf bezoekt. Het diarree van je kind kan besmettingsgevaar opleveren voor de andere kinderen en de leiding

Als je twijfelt is het altijd verstandig om contact op te nemen met je huisarts. Het komt bij zuigelingen en peuters vrij vaak voor dat de diarree een bijkomend verschijnsel is van een bovenste luchtweginfectie, zoals een oorontsteking.

• Laat je kind voldoende drinken. Als hij of zij diarree heeft, verliest het lichaam meer vocht dan normaal. Om te voorkomen dat er een vochttekort in het lichaam ontstaat, is het dus belangrijk dat je kind meer dan normaal drinkt. Een goede regel is om na iedere dunne ontlasting een glas vocht aan je kind te geven.
• Laat je kind verder gewoon eten en drinken, voor zover hij of zij daar zin in heeft. Een zuigeling, die borst- of flesvoeding krijgt, kan daar het beste gewoon mee doorgaan. Een kind dat doorgaat met voeding kan vaak sneller herstellen dan een kind dat een paar dagen niet eet.
• Zorg voor een goede hygiëne, vanwege besmettingsgevaar voor je gezinsleden. Laat je kind de handen wassen als hij naar het toilet is geweest en voor het eten. Was zelf ook je handen als je je kind hebt verzorgd. Was daarnaast het servies en bestek af dat je kind heeft gebruikt.
• Bewaar en bereid voedsel met zorg. Let daarbij goed op de houdbaarheidsdatum. Daarnaast is het belangrijk je voedsel lang genoeg te bakken, braden of koken.

Je kan ervoor kiezen om tijdelijk een diarreeremmer aan je kind te geven ter verlichting van de diarree. Bij twijfel over het gebruik van een diarreeremmer kan je de huisarts raadplegen.

*Let op: dit is een geneesmiddel. Lees voor gebruik de bijsluiter.

​​KOAG/KAG: 4296-0225-3022

Disclaimer:

Deze blog is alleen bedoeld om nuttige informatie te geven aan onze klanten. De informatie in deze blog heeft geen therapeutische of diagnostische waarde en is niet bedoeld als vervanging voor het advies van een arts, specialist of andere professional. Heb je medische vragen? Bespreek die dan met je huisarts.