
Ziek
Etos
Laatste update 08 mei 2025
Ontstoken neusamandelen kunnen erg vervelend zijn voor je kind. Misschien slaapt je kind onrustig, of krijgt het steeds weer last van oorpijn. Dat is natuurlijk niet fijn. Maar waar herken je ontstoken neusamandelen nog meer aan? En wanneer is het verstandig om voor een operatie te gaan? In dit artikel leggen we het je uit.
Achter in de neus, net boven het zachte gehemelte, zit de neusamandel. Deze maakt deel uit van het afweersysteem van je kind. De neusamandel helpt om bacteriën en virussen tegen te houden en onschadelijk te maken. Vooral bij jonge kinderen is de neusamandel vaak wat groter. Rond het 8e jaar wordt de neusamandel vanzelf kleiner.
Je kan de neusamandel zelf niet zien. De huisarts of de keel-, neus- en oorarts (KNO-arts) kan de amandel bekijken met een klein spiegeltje of voelen met een instrumentje. Soms is er een röntgenfoto nodig om goed te zien hoe groot de neusamandel is.
Als de neusamandel vaak in actie moet komen, bijvoorbeeld door virussen of bacteriën, kan het ontstoken raken. De amandel zwelt dan op en wordt rood en gevoelig. Dat is natuurlijk niet fijn voor je kind. Bij een ontstoken neusamandel kan je het volgende merken:
Soms is je kind ook wat moe of heeft hij of zij minder eetlust.
Wanneer een operatie aan de neusamandel nodig is, is afhankelijk van:
Als je kind bijvoorbeeld vaak last heeft van oorontstekingen, kan dat een teken zijn dat de neusamandel geknipt moet worden. Over het algemeen worden kinderen voor hun 1e of na hun 10e jaar niet aan hun neusamandel geopereerd.
Mocht je kind toch een operatie nodig hebben, kan je thuis al veel doen om je kind voor te bereiden op de operatie. Afhankelijk van de leeftijd, kan je met een dokterskoffertje of een prentenboekje op een speelse manier uitleggen wat er gaat gebeuren. Zo weet je kind beter wat het kan verwachten in het ziekenhuis.
Vertel je kind bijvoorbeeld:
In veel ziekenhuizen zijn er speciale voorbereidingsmiddagen. Een pedagogisch medewerker laat je kind dan kennismaken met spullen uit het ziekenhuis, zoals een kapje, een ballon, een operatiejasje en een infuusslangetje. Je kind mag alles bekijken en ermee spelen. Zo wordt het allemaal wat minder spannend. Oudere kinderen kunnen vaak een video of fotoboek bekijken over de operatie.
Op de dag van de operatie moet je vaak vroeg met je kind naar het ziekenhuis komen. Je kind mag dan van tevoren niets meer eten of drinken. Dat noemen we ‘nuchter blijven’. Dit is erg belangrijk, omdat het anders gevaarlijk kan zijn tijdens de narcose. Als er dan nog eten of drinken in de maag zit, kan dat in de longen terechtkomen.
Vraag in het ziekenhuis na:
Is je kind vlak voor de operatie verkouden of ziek? Neem dan altijd contact op met het ziekenhuis. Soms wordt de operatie dan uitgesteld.
Is je kind in contact geweest met een kinderziekte, zoals waterpokken? Laat dit dan ook weten aan de kinderafdeling. Zo kunnen zij goed inschatten of het veilig is om door te gaan.
Na de ingreep heeft je kind mogelijk wat pijn in de neus en keel. Soms zit er nog wat oud bloed in de neus en mogelijk in de mond. Veel drinken is erg belangrijk. Je kind mag ook vla of yoghurt hebben.
De volgende dag mag je kind weer gewoon eten en drinken. Je kan je kind het beste niet de neus laten snuiten. Als er toch wat viezigheid in zit, kan je dit beter even wegvegen met een doekje. Door vaak te snuiten bestaat er namelijk de kans dat de neus langer blijft nabloeden.
De eerste dagen na de operatie kan je kind zich nog wat ziek voelen. De pijn kan verlicht worden met een pijnstiller. Je kind moet na de ingreep een aantal dagen binnen blijven. Daarna mag hij of zij weer naar buiten en naar school. Daarnaast mag je kind een week niet zwemmen.
Het is aan te raden om goed te letten op een nabloeding. Als er bij je kind ineens meer bloed uit de neus of mond komt, kan je het beste meteen contact opnemen met het ziekenhuis. Overdag kan je contact opnemen met de polikliniek KNO.; ’s avonds, ’s nachts en in het weekend kan je het beste de spoedeisende hulp van het ziekenhuis raadplegen.
Het verwijderen van de neusamandelen is een veilige ingreep die vaak goed helpt bij aanhoudende klachten. Toch zijn er, zoals bij elke operatie, ook een paar nadelen of risico’s om rekening mee te houden.
Na de ingreep kan je kind:
Soms duurt het herstel wat langer, vooral als je kind moe is of al een tijdje niet zo fit was. Ernstige complicaties komen gelukkig zelden voor.
Bij volwassenen worden neusamandelen niet zo vaak meer verwijderd. Dat komt doordat deze amandelen bij het ouder worden meestal vanzelf kleiner worden. Toch kan het soms nodig zijn om ze alsnog te laten weghalen. Bijvoorbeeld als je vaak last hebt van een verstopte neus, terugkerende bijholteontstekingen of langdurige oorproblemen. De behandeling gebeurt meestal in het ziekenhuis, onder narcose.
De arts bespreekt van tevoren goed met je wat je kan verwachten. Het herstel duurt vaak iets langer dan bij kinderen, maar met voldoende rust voel je je meestal na een paar dagen al beter. Twijfel je of jouw klachten te maken hebben met je neusamandelen? Bespreek het dan met je huisarts. Die kan je eventueel doorverwijzen naar een KNO-arts.
Je kan je voorbereiden door vooraf informatie op te vragen bij de kinderafdeling van het ziekenhuis, waar je kind wordt opgenomen. De meeste kinderafdelingen hebben een brochure met informatie hierover.
Disclaimer: Dit is een informatiepagina, Etos heeft geen producten voor deze indicatie/aandoening. Deze blog is alleen bedoeld om nuttige informatie te geven aan onze klanten. De informatie in deze blog heeft geen therapeutische of diagnostische waarde en is niet bedoeld als vervanging voor het advies van een arts, specialist of andere professional. Heb je medische vragen? Bespreek die dan met je huisarts.
Over 3 seconden wordt de pagina automatisch herladen
We sturen je een mailtje als we dit artikel weer op voorraad hebben.