Uitstrijkje
Elke vrouw tussen de dertig en zestig jaar wordt elke vijf jaar uitgenodigd om een uitstrijkje te laten maken. Maar wat is een uitstrijkje precies? En hoe gaat een uitstrijkje in zijn werk? In dit artikel vertellen we je er alles over.
Wat is een uitstrijkje?
Een uitstrijkje is een onderzoek waarbij cellen van de baarmoedermond worden onderzocht. Dit onderzoek is vooral bedoeld om baarmoederhalskanker vroegtijdig op te sporen.
Uitstrijkjes worden dan ook vooral gemaakt in het kader van het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker. Elke vrouw tussen de dertig en zestig jaar wordt elke vijf jaar schriftelijk uitgenodigd om een uitstrijkje te laten maken. De huisarts neemt wat cellen van de baarmoedermond af en stuurt deze op naar het laboratorium. Onder de microscoop wordt het uitstrijkje beoordeeld op de aanwezigheid van afwijkende cellen, die mogelijk een voorloper zijn van baarmoederhalskanker.
Dankzij het uitstrijkje is het aantal vrouwen dat jaarlijks overlijdt aan baarmoederhalskanker gehalveerd. De mensen die nog wel overlijden aan deze ziekte, ongeveer 200 tot 300 vrouwen per jaar, zijn met name vrouwen die zich niet hebben laten onderzoeken of die ouder zijn dan zestig jaar.
Het uitstrijkje is, op uitnodiging voor het bevolkingsonderzoek, gratis. Als je huisarts een uitstrijkje maakt vanwege klachten die je hebt, worden de kosten door je ziektekostenverzekeraar vergoed.
Hoe gaat een uitstrijkje in zijn werk?
Je ontvangt per post een uitnodiging voor het uitstrijkje. Je wordt verzocht een afspraak bij je huisarts (of de praktijkassistente) te maken.
Bij de uitnodiging vind je informatie over het uitstrijkje en een kaart die je mee moet nemen naar de huisartsenpraktijk. Hierop kun je onder andere invullen wanneer je voor het laatst hebt gemenstrueerd en of je klachten hebt. Wanneer je een uitnodiging hebt ontvangen, kun je een afspraak maken bij de huisartsenpraktijk.
- Uitstrijkje, vragenlijst invullen. Steeds meer uitstrijkjes worden uitgevoerd door de doktersassistente die hier een speciale training voor heeft gehad. Wanneer je voor het uitstrijkje bij de assistente of de huisarts komt, zal eerst de vragenlijst ingevuld of eventueel aangevuld worden.
- Het uitstrijkje. Het onderzoek vindt plaats op de onderzoeksbank. De meeste onderzoeksbanken hebben knie- of voetsteunen waar je je benen in kunt plaatsen. De assistente of huisarts voert het onderzoek uit met een eendenbek waarmee de vaginawanden zachtjes uit elkaar gedrukt kunnen worden. Dan wordt er wat slijm weggehaald met een wattenstokje en worden er met een bepaald type borsteltje wat cellen van de baarmoedermond weggehaald. De weggehaalde cellen worden uitgestreken op een glazen plaatje en met een vloeistof uit een spuitbusje gefixeerd, om uitdroging en vervorming tijdens het vervoer te voorkomen. Het is verstandig om na het onderzoek een inlegkruisje te gebruiken, omdat je een klein beetje bloed kunt verliezen.
- Uitstrijkje naar het laboratorium. De huisarts voorziet het uitstrijkje van je naam en geboortedatum en stuurt het samen met het formulier naar het laboratorium. De afgenomen cellen worden onder een microscoop bekeken en beoordeeld. Tussen de drie en vijf weken ontvang je de schriftelijke uitslag thuis. Wanneer er afwijkende cellen zijn gevonden krijgt je de uitslag via de huisarts.
- De uitslag van het uitstrijkje. Er zijn twee systemen in gebruik waarmee het uitstrijkje wordt beoordeeld. Het laboratorium kiest meestal één van deze systemen om mee te werken. Het oudste en bekendste systeem is de Pap-classificatie van Papanicolaou. In verreweg de meeste laboratoria is dit systeem vervangen door het KOPAC-B systeem. De meeste huisartsen krijgen op de uitslag niet alleen de KOPAC-B beoordeling te zien, maar ook de Pap-uitslag. Aan deze Pap-uitslag is dan een advies gekoppeld.
Wat kun je van de uitslag verwachten?
Aan de hand van de uitslag van het laboratorium kan de huisarts je risico op baarmoederhalskanker inschatten en daarop actie ondernemen.
Pap-classificatie:
- Pap 0 : onvoldoende kwaliteit van het uitstrijkje, niet beoordeelbaar
- Pap 1 : geen afwijkingen
- Pap 2 : gering afwijkende cellen, waarschijnlijk tijdelijke verstoring
- Pap 3a : gering tot matig afwijkende en onrustige cellen
- Pap 3b : matige tot ernstige afwijkingen, mogelijk voorloper baarmoederhalskanker
- Pap 4 : ernstige afwijkingen, mogelijk voorloper baarmoederhalskanker
- Pap 5 : zeer waarschijnlijk baarmoederhalskanker
Pap 0. Bij Pap 0 is het uitstrijkje als het ware ‘mislukt’ en moet het opnieuw afgenomen worden. Dit is altijd een technisch probleem (te weinig cellen, te veel bloed erbij en dergelijke). Meestal vindt een herhaling van het uitstrijkje plaats ongeveer zes weken na het eerste uitstrijkje. Ongeveer 10% van alle uitstrijkjes worden als een pap 0 beoordeeld.
Pap 1. Pap 1 wil zeggen dat het uitstrijkje helemaal goed is. Er is geen enkele aanwijzingen voor (begin van) baarmoederhalskanker. Je wordt pas over vijf jaar weer opgeroepen.
Pap 2 en Pap 3a. Bij Pap 2 en de lichte afwijkingen bij Pap 3a is er sprake van geringe tot lichte afwijkingen. Deze afwijkingen kunnen allerlei oorzaken hebben die meestal vanzelf weer verdwijnen en daarom wordt het uitstrijkje na zes maanden herhaald. Wanneer er na zes maanden weer dezelfde Pap-classificatie uitrolt, word je verwezen naar de gynaecoloog voor een extra onderzoek. Hierbij bekijkt de gynaecoloog via de vagina de baarmoedermond en de vagina nauwkeuriger.
Pap 3 en Pap 4. Bij de matige afwijkingen bij Pap 3a en bij Pap 3b en Pap 4 zal de huisarts je voor verder onderzoek verwijzen naar de gynaecoloog. Met een kijkonderzoek of onderzoek van een stukje weefsel van de baarmoedermond, kan worden bepaald of er mogelijk sprake is van een voorstadium van baarmoederhalskanker. Als dit inderdaad zo blijkt te zijn, zul je worden behandeld om dit risico af te wenden.
Pap 5. Bij Pap 5 is meestal sprake van baarmoederhalskanker. De gynaecoloog heeft een aantal mogelijkheden om dit te behandelen. Denk hierbij aan een operatie of bestraling.
Wanneer moet je naar de huisarts?
Het is verstandig om naar de huisarts te gaan, wanneer je:
- Een oproep hebt gehad voor het bevolkingsonderzoek
- Tussen twee uitstrijkjes last krijgt van contactbloedingen. Dit wil zeggen dat je wat bloed verliest nadat je geslachtsgemeenschap hebt gehad
- Abnormale afscheiding hebt
- Wel in aanmerking komt voor een uitstrijkje maar er nooit één hebt laten uitvoeren
Heb je een vraag of wil je persoonlijk advies? Kom dan langs in de dichtstbijzijnde Etos winkel. Wat je vraag ook is, we staan voor je klaar.
Artikel opslaan