Slaapregressie bij baby’s: dit kan je doen

Slaapregressie is een fase waarin je baby plotseling onrustig wakker wordt en moeite heeft met in- of doorslapen. De oorzaak? Het heeft alles te maken met de groei en ontwikkeling van je kleintje! Veel ouders merken slaapregressie voor het eerst op als de baby 4 maanden oud is, maar zelfs bij 24 maanden kan het nog voorkomen. Tijdens deze periodes leert je kindje veel nieuwe vaardigheden, zoals omrollen, kruipen, of zelfs het vormen van woordjes. Al deze nieuwe prikkels en indrukken kosten je kleintje veel energie en dit kan de slaap flink verstoren. Gelukkig is slaapregressie in de meeste gevallen tijdelijk. Het is namelijk ook een goed teken! Je baby is belangrijke stappen aan het maken in zijn of haar ontwikkeling!

Slaapregressie kan ontstaan op verschillende leeftijden. Hieronder vind je een overzicht van de meest voorkomende leeftijden bij slaapregressies én de bijbehorende oorzaken.

• Slaapregressie bij 4 maanden. Dit is vaak de eerste slaapregressie door veranderingen in de slaapcyclus, waarbij baby’s dieper leren slapen, wat vaak leidt tot kortere slaapmomenten.
• Slaapregressie bij 8 maanden. Bij 8 maanden ontwikkelt je kleintje motorische mijlpalen, zoals kruipen en zichzelf optrekken. Deze nieuwe ontwikkelingen kosten extra energie en zorgen voor veel prikkels, wat het slaapritme negatief kan beïnvloeden.
• Slaapregressie bij 12 maanden. Rondom 1 jaar gaat je baby verlatingsangst beter begrijpen en neemt ook nieuwsgierigheid naar de omgeving enorm toe. Dit maakt het inslapen moeilijker voor baby’s, waardoor slaapregressie kan ontstaan.
• Slaapregressie bij 18 maanden. Rondom de 18 maanden zal de zelfstandigheid van je dreumes enorm toenemen en de ontwikkeling van taal brengt emotionele veranderingen met zich mee. Dit leidt vaak tot moeilijk in slaap komen of doorslapen, wat voor slaapregressie kan zorgen.
• Slaapregressie bij 24 maanden. Wanneer je kleintje 2 jaar oud is, gaat de taalontwikkeling nog sneller. Naast nieuwe woordjes begint je dreumes ook korte zinnetjes te maken. Deze ontwikkeling kost enorm veel energie van je kleintje en dit kan zorgen voor die onrustige nachten die bij slaapregressie komen kijken.
• Slaapregressie bij je dreumes. Dreumesen, rond de 12 tot 18 maanden, ervaren vaak slaapregressie door nieuwe emoties en toenemende zelfstandigheid. Dit kan zich uiten in moeilijker inslapen, vroeger wakker worden of angst bij het slapen.
• Slaapregressie bij je peuter. Peuters rond de 2 jaar kunnen ook door een slaapregressie gaan. Ze beginnen korte zinnetjes te maken en ontdekken meer van hun zelfstandigheid, wat voor veel nieuwe indrukken zorgt. Ook veranderingen zoals zindelijkheidstraining of een nieuw bed kunnen invloed hebben op de slaap.

Slaapregressie herken je meestal aan een plotselinge verandering in het slaapgedrag van je baby. Waar je kleintje eerst goed sliep met een stabiel slaapritme, is het nu lastiger voor je kind om in slaap te vallen of om door te slapen. Naast deze ontwikkelingssprongen kan het ook door ziekte of andere grote gebeurtenissen ontstaan. Denk aan een verandering in de dagelijkse routine, bijvoorbeeld als je kleintje voor het eerst naar de kinderopvang gaat.

Slaapregressie herken je bij je baby aan:

• plotseling vaker wakker worden ’s nachts
• moeite met (opnieuw) in slaap vallen, zelfs bij een vaste bedtijdroutine
• korte dutjes of juist onverwachts lange dutjes gedurende de dag
• ’s ochtends vroeger wakker worden dan normaal
• hangeriger of huileriger dan normaal
• meer behoefte aan troost of nabijheid van de ouders
• signalen van verlatingsangst
• minder interesse in eten of drinken
• weigeren om dutjes te doen, zelfs wanneer je baby duidelijk moe is

Slaapregressie na ziekte

Slaapregressie kan zowel kort als lang duren en ligt aan de situatie en de behoeftes van je baby. In de meeste gevallen duurt een slaapregressie tussen de 2 en 6 weken. Denk maar eens aan een jetlag van je verre vakantie, waarbij je soms ook minimaal een week nodig hebt om je juiste slaapritme weer te vinden. Zo is dat ook voor je kleintje! Over het algemeen duren de vroege slaapregressies, zoals rond de 4 maanden, vaak iets langer. Dit komt doordat de slaapcyclus dan ingrijpender verstoord wordt dan bij de volgende maanden. Dit vraagt dan meer tijd en energie van je kleintje om te stabiliseren. Latere slaapregressies, bijvoorbeeld rond de 18 en 24 maanden, houden gemiddeld 1 tot 4 weken aan.

Met deze handige tips zorg je dat je kleintje wat meer slaap krijgt.

• 1. Stel een duidelijke, consistente slaaproutine in. Zorg voor een voorspelbare bedtijdroutine, zoals een warm bad, een verhaaltje lezen of een slaapliedje om je baby te helpen ontspannen.
• 2. Creëer een rustgevende slaapomgeving. Zorg voor een donkere en stille slaapkamer om een fijne slaapomgeving te creëren.
• 3. Geef extra aandacht wanneer het nodig is. Reageer rustig en liefdevol als je baby huilt of onrustig is. Soms heeft je baby gewoon wat extra geruststelling nodig.
• 4. Let op dutjes. Zorg voor voldoende en consistente dutjes overdag. Hou de slaapjes kort of juist lang, afhankelijk van wat je baby nodig heeft. Maar zorg dat hier wel een duidelijke regelmaat in zit.
• 5. Verander niet te veel en blijf bij duidelijke routines. Probeer tijdens een slaapregressie niet te veel te veranderen in de routine en omgeving. Dit kan namelijk extra onrust veroorzaken en de slaapregressie bij je baby negatief beïnvloeden.
• 6. Wees flexibel. Hou er rekening mee dat iedere baby anders is, dus wees bereid om je aan te passen aan wat je baby in deze fase nodig heeft.
• 7. Zorg voor jouw me-time. Vergeet niet om ook tijd voor jezelf te nemen! Een korte pauze of ontspanning helpt om de uitdagingen tijdens de slaapregressie beter aan te kunnen.

Door deze tips te volgen, kan je slaapregressie bij je baby aanpakken. Want we weten allemaal: een uitgeruste baby is een uitgeruste ouder!

Wil je baby niet slapen en vraag je jezelf af of je baby last heeft van sprong 4 of slaapregressie? Je bent zeker niet de enige! De verschillen zijn namelijk erg klein. Sprong 4, die vaak rond de 14 en 20 weken plaatsvindt, is een fase waarin je kleintje veel nieuwe dingen leert. Dit kan zorgen voor wat extra prikkelbaarheid. Bij sprong 4 zie je vaak nieuwe veranderingen in gedrag bij je kleintje en een duidelijke behoefte aan emotionele binding. .

Slaapregressie is een tijdelijke verstoring van het slaapritme die zich uit in kortere dutjes en moeite met inslapen. Slaapregressie bij baby’s gaat ook vaak samen met sprongen in de ontwikkeling, maar dit hoeft niet altijd zo te zijn. Bij slaapregressie gaat het vooral om de verstoorde slaapmomenten. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk dat je baby tijdens sprong 4 in een slaapregressie komt.

Heeft je baby last van slecht slapen en is je kleintje ontroostbaar? Dan kan het naast slaapregressie ook mogelijk zijn dat de tandjes doorkomen! Je leest er alles over in ons artikel over tanden krijgen.

Heb je een vraag of wil je persoonlijk advies? Kom dan langs in de dichtstbijzijnde Etos-winkel.